Mode & Textiel 

 

De Kledingindustrie is na de olieindustrie namelijk de grootste vervuiler van de wereld. Dit komt door veel verschillende factoren betreffende het hele productieproces. Voor het produceren van de materialen is vaak veel water nodig, vooral voor katoen. Er is ook veel gif nodig voor het telen van katoen, 16% van alle insecticiden en 6% van alle pesticiden ter wereld worden gebruikt in de katoenteelt. Dit is giftig voor de bodem, de organismen en de mensen die in de velden werken. We realiseren ons meestal niet altijd dat een vijfde van die katoenen kledingstukken met dwangarbeid geproduceerd is. Dat stelt een coalitie van maar liefst 180 ngo’s, waaronder de Schone Kleren Campagne, Worker Rights Consortium, Anti-Slavery International en het Uyghur Human Rights Project.

Volgens de coalitie is ‘zo goed als de volledige kledingindustrie’ verbonden aan katoenplantages en spinnerijen in de noordwestelijke provincie Xinjiang in China, waar zo’n elf miljoen Oeigoeren wonen en die onder dwang wonen en werken en die onder dwang warmelijk omstandig heden 80 procent van onze kleding en textiel produceren. De Oeigoeren behoren tot een moslimminderheid met een Turkse achtergrond. China is de grootste katoenproducent ter wereld. Het levert stof voor de kledingindustrie voor onder andere Cambodja en Myanmar, die aan het begin van de coronacrisis zonder stof kwamen te zitten. Wilt u weten welke bedrijven er niet op de juiste manier produceren kijk dan op de website: https://www.oneworld.nl/lezen/lifestyle/fair-fashion/bijna-alle-grote-modemerken-betrokken-bij-oeigoerse-dwangarbeid/. Daarnaast is het verven van de stoffen ook een schadelijk proces omdat de verfstoffen giftig zijn en het verfwater vaak ongefilterd terug de rivier in worden geloosd. Ook is het vervuilend doordat er heel snel en veel kleding geproduceerd wordt op een milieuonvriendelijke manier.

Fast Fashion

De productie van kleding is de afgelopen tien jaar toegenomen met 400 procent. De gemiddelde levensduur van een kledingstuk wordt ook steeds korter. Door overproductie bereikt 30 procent van die geproduceerde kleding nooit iemands kledingkast. Door de grote hoeveelheid kleding die wij kopen wordt er ook enorm veel kleding weggegooid, wat weer bijdraagt aan het afvalprobleem. Alleen al in Nederland leidt fast fashion tot een kleding berg van 235.000 kilo's. Dat zijn 350 voetbalvelden! 

Bijna zeventig procent van al die kleding belandt direct in de verbrandingsoven. Kledingindustrie is de grootste vervuiler ter wereld. Textiel is naar schatting goed voor 10 procent van de wereldwijde CO2-uitstoot. Jaarlijks kappen we miljoenen bomen om kleding te maken. Daarnaast ontstaan er over de hele wereld tekort aan water, want voor een spijkerbroek gebruik je ca 10.000 liter water. Polyester kleding is een flinke bijdrage aan de hoeveelheid plastic in onze oceanen. En een kwart van alle pesticiden in de landbouw wordt gebruikt in de katoenteelt.

Eigenlijk kunnen we dat ergens wel bedenken en stiekem snappen we ook wel dat we er aan bijdragen. Door meer en nog goedkopere kleding slecht is voor het milieu. Maar hoe lossen we dit samen op?